Karin van de Walle is een moderne kunstenaar en haar sculpturen dragen onmiskenbaar het stempel van deze tijd. Toch schuwt ze klassieke thema’s niet. Ze geeft de vrouw soms weer als ‘vruchtbaarheidssymbool’ en wellicht ooit als ‘Maria”. Zelfbewust zijn haar figuren zeker. Haar lange en slanke beelden confronteren ons met vrouwen die vaak uitdagend hun lichamelijkheid en zelfs manifeste sexualiteit ten toon spreiden. Karin accentueert dat bijvoorbeeld door op vrouwenborsten de tepels niet te boetseren maar weer te geven met fonkelende rode kristallen die de aandacht trekken. Natuurlijk doken er in de geschiedenis van tijd tot tijd vrouwen op als Salomé, die hun lichamelijkheid als middel tot verleiding en uitoefening van macht gebruikten. Karin zelf creëerde danseressen die in hun beweging en pose mede zoiets lijken uit te drukken. Opmerkelijk aan Karins werken is nu het ‘nieuwe’ dat vrouwen als individuen naar zichzelf ‘terug’ laat kijken en ze zo de mogelijkheid geeft van een bewuste reflexieve keuze.
In onze moderne tijd lijdt dat onder andere tot bewuste ‘zelf-enscenering’, tot het bouwen aan een zelfbedacht imago. Dat is iets nieuwe want traditioneel worden vrouwen in de kunst afgebeeld door mannen. Nu scheppen kunstenaressen, de muziekwereld, de media en de mode een nieuw beeld van de vrouw. Dat kan bij tijd en wijle vreemde vormen aannemen en Karin benadert dit pogen dan ook vaak met een lichtvoetig
niet al te serieus te nemen commentaar.
Zulk relativeren komt ook nog tot uitdrukking op een ander terrein. Zo maakt ze bijvoor beeld stilistische elementen als tegelpatronen, details uit de natuur en de stofuitdrukking op historische schilderijen los uit hun context. Vervolgens re-combineert ze die binnen nieuwe, verrassende samenhangen. Deze werkwijze ontspringt niet slechts aan een voorliefde voor decoratie en voor het ornament, maar leidt ook tot een versterking van de expressie. Zo kan ze uitdagende borsten sterk accentueren door er plûche bollen op te plaatsen. De overdrijving gaat tot aan de grens van de kitsch maar nooit er overheen. Het resultaat zijn sculpturen met een spanningsboog tussen ernst en humor.
Die ernst kan in het geval van zogeheten ‘Diva’s’ de gedaante aannemen van echte ‘noblesse’. In hun verschijning en vooral in hun elegante en extravangante kleding zie je soms tegelijk het samengaan en het contrast van het ordinaire en het verhevene. Ze vormen zo een levende paradox van complexe emoties. Desdemona en Carmen sterven op spectaculaire wijze, schijnbaar de prijs die ze betalen voor hun buitensporige edelheid of trots. Tevens behouden ze echter door de unieke personages die ze zijn een aspect van onsterfelijkheid.